Het totaal oneens zijn. En dan in gesprek gaan
Dit is niet aan te raden als je een constructief gesprek wilt. Niet met taart, niet met feiten over klimaatverandering.
In een kennismakingsuurtje stelde Rita ons een fantastische vraag:
‘Hoe kan ik praten over klimaat met mensen die daar heel anders over denken dan ik? Met gelijkgestemden lukt dat nog wel, maar met alle anderen houd ik mijn mond.’
Ze vertelde over de situatie.
‘Ik ben 2,5 jaar geleden van werk veranderd. Op mijn vorige werk kon ik met collega’s praten over mijn klimaatzorgen, we waren daar allemaal op een manier mee bezig. Nu niet.
Ik deel samen met een collega een bureau, laten we hem Dirk noemen. Dirk vliegt met zijn gezin naar Zuid-Afrika voor vakantie, maakt ‘grappige’ opmerkingen over mijn vegetarische lunches en heeft een heel andere politieke voorkeur dan ik.
Wij denken zeker heel anders rond klimaat.Hoe kan ik met hem daarover praten?’
Een stappenplan: klimaatgesprekken voeren met iemand met wie je het – vermoedelijk – totaal oneens bent
1. Voor het gesprek
- Neem jezelf voor dat elk verloop van het gesprek goed is. Ook als het maar twee zinnen duurt.
- Laat het los dat je iemand moet veranderen of overtuigen. Dat hoef je niet.
- Vraag je af of je echt nieuwsgierig bent. Wat zou je van Dirk willen weten? Als je niet nieuwsgierig bent, dan kom je vermoedelijk tóch om te overtuigen en dat werkt meestal averechts.
- Neem je voor te focussen op luisteren en vragen stellen. Informatie delen ga je zoveel mogelijk vermijden. Dat komt later (of niet).
- Weet ook: dat iemand vooral klimaatonvriendelijk gedrag vertoont, wil meestal niet zeggen dat hij/zij/hen niet om klimaat geeft. Laat je positief verrassen!
2. Start! Creëer een zo-goed-mogelijk moment
Vraag toestemming: ‘Heb je tijd om even met mij te praten over klimaat?’
‘Zou ik je wat mogen vragen?’
Indien Dirk Nee antwoordt, is je gesprek voorbij. Dat is oké. Ook dat is een zaadje planten.
Als Dirk geen Nee zégt, maar wel Nee uitstraalt, bijvoorbeeld door te zeggen ‘Dat ligt eraan’, een spottende opmerking te maken of een gesloten houding aan te nemen, vraag dan gerust nog eens toestemming:
‘Komt dat nu uit?’ of ‘Zou je daar tijd voor hebben?’
3. Als je een opening voelt
Stel een open vraag naar het persoonlijke.’Ik vermoed dat we hier heel anders in staan, en ik ben benieuwd: Hoe kijk jij eigenlijk naar klimaatverandering? ‘ of
‘Hoe ben jij bezig met klimaatverandering?’ of
‘Is klimaatverandering iets wat je bezighoudt?’
4. Vanaf dan is je taak: Luisteren
Luisteren en nieuwsgierig zijn. Vragen stellen. Dirk proberen te begrijpen.
Te snappen wat er speelt voor hem.
Ook als het gesprek na drie zinnen al over iets heel anders gaat (de nieuwe voetbalschoenen van zijn zoon of een ander project op het werk).
Ook als hij dingen zegt waar je het niet mee eens bent of begint over dat jij zelf ook niet alles goed doet.
Ook als hij bezwaren aandraagt waarvoor jij een ‘oplossing’ hebt.
Vragen kunnen zo eenvoudig zijn als:
- ‘Kun je daar iets meer over vertellen?’,
- ‘Hoe is dat voor jou?’ of
- ‘Wat maakt dat je daar wel/niet mee bezig bent?’
Houd je in met feiten delen, jouw oplossingen geven of uitroepen ‘dat klopt niet!!!’.
Nog twee opmerkingen:
Nog twee opmerkingen:
- Als je het moeilijk vindt om te luisteren als je het oneens bent, zeg dan dat je het oneens bent.
En ga daarna weer terug naar Dirk.
Niet uitleggen. Niet je standpunt verdedigen of uit de doeken doen.
‘Daar staan we heel anders in. Vertel eens hoe dat voor jou is.’
‘Ah, daar zijn we het duidelijk oneens. Ik ben benieuwd hoe jij hierover denkt.’Na een eerste gesprek is er vrijwel altijd input voor een tweede (kort) gesprek.
‘Weet je nog dat we het hadden over …, ik vroeg me nog af …’
‘Jij vertelde toen over … , mag ik eens delen hoe ik dat zie?’